Er is er een jarig hoera hoera dat kan ik wel voelen dat ben ik! Schrijven is het verbindingskanaal tussen intuïtie en realiteit, tussen gevoel en ratio. Zojuist heeft mijn intuïtie mij wakker gemaakt. Letterlijk dan.
Om negen minuten over drie in de ochtend op mijn jaardag. Na een kort moment om te mijmeren en glimlachen over mijn droom, waarin ik een doperwtenteler op Vlieland interviewde voor een duurzaamheidsitem in een tv-programma, ben ik opgestaan en heb de lichtjes van mijn werktafel aan gedaan. De stalen pot heeft nog een halve liter gemberthee voor me bewaard, waarna ik om 7 minuten voor het “ moment suprême “ de eerste slok mijn lichaam laat verrijken. Want over 7 minuten is het precies zestig jaar, zes decennia, nul komma zes eeuwen geleden dat mijn fysieke lichaam haar autonomie veroverde, en al worstelend om zuurstof door de poort van het aardse leven rolde.
In dit onderscheidende moment, nu, is er opnieuw een poort. Gelukkig hoef ik nu niet te worstelen om te ademen. Mijn fysieke lichaam heeft zich wonderbaarlijk staande gehouden in de stormen, onder de mokerslagen van mijn keuzes in het dagelijks leven. Het worstelen heeft zich in mijn persoonlijke historie meer voltrokken in mijn andere lichaamslagen. De geest moest als een leeuw vechten, ‘ik worstel en kom boven’ brult het nu! Mijn Spirit, mijn spirituele leven is gegroeid van reptiel tot engelachtig wezen. Ooit alleen maar wegschietend als een salamander, van kleur verschietend als een kameleon, ben ik nu, is mijn spirituele lichaam nu een soort led lamp, die mee pulst, die pulseert met de energieke potentie in mijzelf, verbonden met mijn omgeving. Die energie heb ik aangeboord uit mijn eigen voorraad. Hoe ik die heb aangelegd, die voorraad, zo vraag je? Op zijn Brabants zou ik roepen: ‘da’k ut nie wìt’ Als behoud van energie ook hier van toepassing is, dan heb ik die mogen ontvangen van een bron, en zal ik hem weer doorgeven aan een ontvanger. Misschien wel: van mijn vorige ik, via mij aan mijn volgende ik. Een estafetteloop zonder verliezers, zonder verlies. Want mijn energie kan ik niet verkrijgen door koop, roof of verrijkingspraktijken. Die verkrijg ik door hem weg te geven. Door te geven ontvang ik. Oh ja! Heidi gaf me gisteren deze boodschap: ‘Je kunt ook kiezen voor geven en nemen’. In plaats van te eisen dat ik gehoord word, bedoelde ze. Haar zorgvuldige hart reikte naar me uit op het moment dat zij voelde dat ze dat zonder veroorzaken van butsen kon doen. Een pracht voorbeeld ben je, vrouw! Ik ga het in mijn geest een plaatsje geven, dat voorbeeld, en wakker laten zijn op momenten dat ik me energiek wil laten gelden. Geven En Nemen. Boven deze poort staat dat als motto. Dit nieuwe motto is de vervanger van zijn voorgangers, van ‘Arbeid Maakt Vrij’ via ‘Je Maintiendrai’ naar ‘Bevrijdingsdag’.
Dan rol ik nu door de poort van mijn zevende decennium en ga vooral geven, in de ontspannen zekerheid dat ik daardoor zal ontvangen. Het nemen daarvan is iets dat ik beter zal moeten leren, accepteren van liefde, een plekje geven aan emoties. Die innerlijke roerselen die onrustig zijn. Want als het rustig is van binnen, terwijl zich iets roert, dan beweegt daar mijn intuïtie. Hetgene dat oplicht, zonder dat ik er iets voor deed. Dat licht waarin ik me laat vallen, om te ervaren wat het op dat moment op mijn reis van poort naar poort aan richting kan geven. Voorover val ik, in het volste vertrouwen dat ik zacht zal landen. Als het me lukt mij te verbinden met dat licht, dan begint ze ‘in mijn hart te zingen’ zoals Frans Halsema er stem aan gaf. Dan zal ik mijn volgende stap kunnen zetten. Als de verbinding nu niet materialiseert, dan land ik, negentig graden naar voren gedraaid, in mijn zelf. Terug in hetzelfde moment, maar met een ander gezichtspunt. Een andere houding om mijn pad te zien, te wachten en te geven, totdat weer iets oplicht. Met een rust die mag. ik mag rust. Elke tel dat ik rust kan zijn, val ik met mij samen, in plaats van weg te spatten als een waterdruppel in hete olie. Na de poort van geven beweeg ik me niet meer als water, niet zo watervlug. Ik beweeg me als olie, die voedt, die smeert, die zich gewillig tussen mijn handpalmen laat opwarmen. Zodat ik mijn warme geoliede handen op de naakte rug van mijn ontvanger kan plaatsen, en die kan laten voelen: ik kom geven.